Dag 14 Arras - Ieper

Deze morgen om 8u45 vertrokken in een miezerig en koud Arras.  Beenstukken, armstukken, handschoenen, mutsje,...brrr

Een uurtje na ons vertrek komen we in aan in Vimy Wood.  Op deze herdenkingsplaats van de Canadezen werd hevig strijd gevoerd van 9 tot 12 april 1917 tussen de Canadezen en de Duitsen, uiteindelijk trokken de Canadezen aan het langste eind en namen ze de heuvel in die sinds 1914 in handen van de Duitsers was geweest.





Wat verder komen we voorbij de restanten van een tijdens WO I vernielde kerk.

Daarna krijgen we een fikse beklimming, tot 17 %, voor de kiezen. Boven komen we aan op het grootste Franse soldaten kerkhof van Frankrijk. Op dit kerkhof, het Notre Dame de Lorette, liggen meer dan 40.000 soldaten begraven.






Onder de toren liggen een 8 tal houten kisten met restanten van soldaten.  Het geeft toch nog een heel ander gevoel dan aan een kruisje of zerk te staan.  De kisten worden tijdens de openingsuren bewaakt door vrijwilligers, meestal gepensioneerde soldaten, en fotograferen is niet toegestaan.

We vervolgen onze weg langs Lens en pas als we in de buurt van Armentières komen we voorbij het Australian Memorial.


Via Ploegsteert komen we België binnen.  Hier werd in 1914 een eerste kerstbestand gesloten.  De soldaten vierden samen kerstmis en de dag nadien ging het “gewone leven” opnieuw zijn gang.
In Mesen, waar een standbeeld herinnert aan een voetbal wedstrijd tussen de Duitsers en de Britten (3-2 voor Duitsland) rijden we naar de Ierse Vredestoren.



De toren herbergt de war memorial books van John French (1922) waarin de namen staan van de circa 49.000 Ierse soldaten die het leven lieten in de eerste Wereldoorlog. Het monument werd ingehuldigd op 11 november 1998 om 11.

Iets verder op ligt de Spanbroekmolenkrater

Over de Kemmelberg rijden we dan richting Ieper waar we aankomen omstreeks 16u30.




Een aangenaam weerzien met de eigenaars van B&B Noja en één van hun kinderen Mats, met wie ik samen een Lego robot mag bouwen. Oh ja, we bleven opnieuw droog vandaag !


De Grote Oorlog
(tekst van toerisme Ieper)
Van oktober 1914 tot oktober 1918 bevond het slagveld zich op luttele kilometers van het centrum van Ieper. De loopgraven lagen van noord naar zuid in een boog rond Ieper. In die fameuze Ieperboog of Ypres Salient werden maar liefst vijf bloedige veldslagen uitgevochten.
Ieper was een van de grote martelaarssteden van de Eerste Wereldoorlog. Enkele maanden na de Duitse inval in België op 4 augustus 1914 liep het front vast bij de kleine, middeleeuwse stad Ieper. De eerste slag bij Ieper was een feit.
Op 22 april 1915 begon de Tweede Slag bij Ieper met de eerste grote gasaanval ooit. Het chloorgas versmoorde duizenden geallieerde militairen, vooral Franse troepen met heel wat Noord-Afrikanen. Het was de eerste keer in de geschiedenis dat een massavernietigingswapen werd ingezet. Ook later in de oorlog bleek de Ypres Salient een experimenteel slagveld te zijn: hier werd in juli 1915 voor de eerste keer een vlammenwerper ingezet. In juli 1917 is het de beurt aan het verschrikkelijke mosterdgas, ook wel ‘Ieperiet' genoemd
Van 31 juli tot 10 november 1917 woedde de Derde Slag bij Ieper, naar zijn eindfase wel eens als 'Slag bij Passendale' aangeduid. Het was een slachting zonder weerga. Over de zin van dit offensief wordt nog altijd gediscussieerd.
In de loopgraven en in het niemandsland rond de stad sneuvelden ongeveer een half miljoen mensen tussen 1914 en 1918. Onder hen niet alleen Duitsers, Fransen, Britten en Belgen maar ook Marokkanen, Algerijnen, Tunesiërs, Senegalezen, Canadezen, Australiërs, Nieuw-Zeelanders, Zuid-Afrikanen, Chinezen, Indiërs, Jamaicanen en nog vele andere nationaliteiten.
Tijdens de vier jaar durende oorlog werd de stad in het hart van de Ieperboog letterlijk met de grond gelijk gemaakt. De laatst overgebleven inwoners werden begin mei 1915 verplicht geëvacueerd. Vanaf dan woonde er niemand in de spookstad Ieper. 
Begin 1919 keerden de eerste bewoners naar hun vernietigde stad terug en begon schoorvoetend de wederopbouw. De eerste jaren woonden de teruggekeerde en de nieuwe Ieperlingen in houten noodwoningen.
Vanaf 1921 kwam de wederopbouw pas echt op gang.
Nog in de jaren 1920 werden ook de meer dan honderdvijftig militaire begraafplaatsen in en om de stad aangelegd en werden monumenten gebouwd waarvan de Menenpoort de belangrijkste was. 
Die monumenten en begraafplaatsen, maar ook de al dan niet getrouw heropgebouwde huizen herinneren ons tot op vandaag aan de zinloosheid van de oorlog en aan de meest tragische periode uit de geschiedenis van Ieper.

Reacties